Over mij
Een inkijkje in mijn taalgeschiedenis.
Taal is alles (voor mij)
In mijn werk en in mijn vrije tijd staat (bijna) alles in het teken van taal. Ik volgde een talenopleiding, stond jaren voor de klas en schrijf al sinds het begin van de jaren ’90 over verrassende en interessante taalontwikkelingen. Dat begon met artikelen voor het maandblad van het Genootschap Onze Taal. Die leidden tot de publicatie van mijn eerste algemene boek over taal: Tot straks, na de reclame! Het Nederlands in beweging (1994), nu alleen nog te vinden in de bieb en in de ramsj. Sindsdien is het schrijven niet meer opgehouden en is taal alles voor mij.
Mijn drie O’s
Plezier in taal is een belangrijke drijfveer voor alles wat ik lees en schrijf. Wat dat betekent, kan ik verduidelijken aan de hand van drie persoonlijke kenmerken:
mijn drie O’s.
Lezen en schrijven, schrijven en lezen
Vóór schrijven komt lezen. Als je niet kunt lezen is schrijven wel heel ingewikkeld. Om goed te kunnen schrijven is het ook belangrijk dat je veel teksten van anderen hebt gelezen. Logisch, toch? Toch is schrijven het onderwerp van mijn eerste recente boek en kwam lezen kort daarna. Waarom? Omdat ik voor Als je BGRPT wat ik BDL kon putten uit mijn jarenlange ervaring als taalblogger, vertaler en schrijver. Voor Een andere kijk op lezen had ik meer tijd nodig, vooral om veel vakliteratuur te bestuderen. Die kreeg ik toen ik wat minder ging werken.